Autisme en Autistiform gedrag
Bij autisme of autistiforme stoornissen is het belangrijk te werken aan het opnieuw contact maken met de omgeving. Het openen van het luisteren. Gebruik van de moederstem is hierbij essentieel. Dit maakt dat het kind de hele luisterontwikkeling vanaf het allereerste begin in de baaarmoeder opnieuw ingeprent krijgt. Het is een veilige, niet bedreigende methode omdat muziek altijd een toegankelijke factor is bij deze kinderen.
Tomatis gaat er van uit dat verschillende redenen, al in de prenatale fase, een afsluiting van het luisteren kunnen veroorzaken.
Een kind kan de wens en snel daarna de vaardigheid verliezen om zijn oor te gebruiken als een instrument, dat hem in staat stelt om te communiceren met zijn omgeving.
Deze onderbreking van het luisterproces kan later moeilijkheden veroorzaken in taalontwikkeling, concentratie en aandacht of het leren. Tomatis beschrijft autisme als de meest diepgaande manier hoe het luisteren afgesloten kan worden. Autisme is voor Tomatis de puurste vorm van "niet-luisteren".
De Tomatis Methode is een programma van auditieve stimulatie. De onderliggende theorie is complex. Luisteren is een actief proces en heeft betrekking op zowel neurofysiologische vaardigheden als het verlangen om die vaardigheden te gebruiken. De ontwikkeling van het luisteren, die de basis legt voor communicatievaardigheden en taalverwerving, begint al wanneer het oor zich volledig heeft ontwikkeld, rond de vierde maand van het prenatale leven.
De Tomatis Methode stimuleert door middel van klanken de belangrijkste fasen van de luister- en communicatie ontwikkeling van het kind. Muziek of de Moederstem wordt door het Elektronisch Oor aangepast/gefilterd. De gefilterde klanken worden via een speciale koptelefoon aangeboden. De trillingen die men voelt zullen zelfs door de meest onwillige persoon opgenomen worden.
Tijdens de belangrijkste fase van het programma hoort het kind de gefilterde moederstem (lage frequenties worden verwijderd) om het intra-uterine luisteren na te bootsen. Deze fase wordt wel het prenatale geheugen fase genoemd. Muziek van Mozart, op dezelfde manier gefilterd, wordt ook gebruikt. Tijdens deze fase kunnen we de volgende reacties bij het autistische kind waarnemen: Ten eerste uit het kind zich meer emotioneel. Dit begint vaak met lachen en huilen. Het kind toont ook meer affectief gedrag, vooral t.o.v. de moeder. Het kind zoekt vaker contact, knuffelt haar, kust haar en legt zijn hoofd op haar schoot gedurende langere tijd. Echter, hij accepteert het misschien nog niet als de moeder hem benadert en hij zal misschien haar affectie jegens hem (nog) niet accepteren.
Bij Autistische kinderen zonder taalontwikkeling neemt het vocaliseren toe. Meestal begint dit in de vorm van een hoog, schel gegil. Enige tijd later wordt dit gegil meer gemoduleerd en lijkt het op een soort gebabbel. Het oogcontact verbetert maar blijft wisselend. Het kind kan zijn aandacht gedurende langere tijd op iets richten. Ouders merken op dat hun kind langer stil kan zitten en veel makkelijker simpele taken of spelletjes aankan. De zich herhalende lichaamsbewegingen en het zelfbeschadigende gedrag neemt af. De fijne motoriek verbetert meestal. Het kind kan ook vaak beter met sociale situaties omgaan, ook in het klaslokaal. In plaats van zichzelf te isoleren, probeert het kind de aandacht van andere kinderen te trekken door hen aan te raken aan te kijken of hun hand vast te houden. De perioden van autistisch terugtrekken vermindert in intensiteit en tijdsduur.
Tijdens een volgend stadium wordt het taalgebruik passender. Deze fase wordt door kinderen die al kunnen praten, maar er niet mee konden "communiceren" sneller bereikt. Deze kinderen beginnen zich steeds persoonlijker tot zichzelf en anderen te richten, door vaker woorden als "ik"en "jij"of voornamen te gebruiken. Zij staan steeds meer open voor de pogingen om hen bij de communicatie te betrekken.
Het programma bestaat uit 150-200 uren auditieve stimulatie gedurende 6 – 12 maanden. De mate van verbetering verschilt van persoon tot persoon. De bovenstaande reacties worden bij 80% van de behandelde kinderen waargenomen. De resultaten zijn zeer bemoedigend en hoopgevend.