Stotteren
Bij stotteren wordt vooral veel getraind met timing van het luisteren naar de eigen spraak. Dat wordt enerzijds gedaan door veel op het spraakmotorische vlak te trainen en het faciliteren van een gezonde rechter oordominatie. In de therapie wordt actief gewerkt aan het luisteren naar de eigen stem en spraak, waarbij het oor afgestemd wordt op een goed timing voor het spreken.
Vele theorieën
Stotteren is een spraakstoornis met vele theorieën. Een van die theorieën (Ad Bertens) is dat mensen die stotteren een zwakke aanleg hebben voor timing van spraakbewegingen. Deze timing kan beïnvloed worden door verschillende factoren zoals spanning, snelheid en belemmeringen als bv. taal- of leerproblemen. Daarbij kan dan ook een psycho- sociale factor een rol gaan spelen: "ik wil niet stotteren". Hierdoor gaat men proberen niet te stotteren door fight (stotteren wordt krampachtiger, bv meebewegingen), flight (stotteren wordt toegedekt, bv angstig vermijden) of freeze (stotteren wordt langduriger, bv lange blokkades). Hierdoor neemt de spanning toe waardoor de timing nog moeilijker wordt.
Oordominantie
Tomatis heeft ontdekt dat oordominantie invloed heeft op de vloeiendheid in de spraak. Het actieve spraakcentrum is in de linkerhersenhelft. Met de gekruiste zenuwbanen zou het rechteroor de snelste weg zijn voor de feedback van de eigen spraak naar het spraakcentrum. Door een linkeroordominantie wordt de timing in de spraak moeilijker.
Mensen die stotteren hebben vaak een links dominant oor. Of een extreem rechts dominant oor. Beiden geven een verstoring in de feedback van de eigen spraak (de ene te langzaam en te emotioneel, de ander te snel en te rationeel)
Andere schakelingen die met het Elektronisch Oor gemaakt kunnen worden brengen ook een fijnafstemming tussen been- en luchtgeleiding. Dit wil zeggen uitbalanceren van de innerlijke en uiterlijke spraak/taal.